Nemesis – Philip Roth
01/05/2024 Plaats een reactie
In 2010 schreef Philip Roth zijn allerlaatste roman; hij was toen 77 jaar. De roman Nemesis speelt in 1944 in Newark ten tijde van de uitbraak van het poliovirus. Er was nog geen vaccin tegen polio en in dat jaar vielen veel mensen in Newark ten prooi aan de ziekte, met vaak dood en vaker nog levenslange verminkingen ten gevolg.
Bucky Cantor is een zeer verantwoordelijke jongeman van 23, speelplaatsleider in de stad en erg graag gezien door z’n omgeving. Hij is zeer gefrustreerd, want had graag net als z’n beste vrienden ten strijde getrokken tegen de Duitsers in Europa. Dat kon helaas niet, want Bucky heeft jampotdikke brilleglazen. Hij is wel een topsporter in de stad en erg populair bij de jeugd. Bovendien heeft hij een hang naar een soort sociale keurigheid, want z’n moeder, die overleed tijdens zijn geboorte, had zich laten bezwangeren door een crimineel, die verder totaal buiten beeld is gebleven; hij is opgevoed door z’n grootouders.
En dan breekt de polio los. Speelplaatskinderen worden besmet, sommigen gaan dood. Bucky bezoekt ouders, leeft mee, maar krijgt geleidelijk ook kritiek: die speelplaats moet dicht, vinden ze. En dan is daar Bucky’s vriendin die een betere baan heeft voor ‘m: een kindervakantieparadijs in de bergen, daar kan hij als sportinstructeur aan de gang. Eerst is-ie nog bij de ouders van de vriendin op bezoek gegaan om om de hand van de dochter te vragen.
De toekomst lacht Bucky toe, ondanks de polio. Ondertussen ook nog het bericht dat één van z’n maten bij de invasie in Bretagne is omgekomen…
Maar dan kantelt het hele verhaal. Bucky blijkt misschien wel de aanstichter, de bron van de besmettingen! Zowel in Newark als in het vakantiepark in de bergen, waar plots ook de uitbraken volgen.
Halverwege het verhaal duikt zomaar in een tussenzin een ‘ik’ op in het verhaal, terwijl je de hele tijd denkt, dat er sprake is van een alwetende verteller. In het laatste stuk wordt het duidelijk. Dertig jaar later komt deze ik-figuur, die ook een kind op de speelplaats was, besmet werd en daarna een leven met lichamelijke handicaps heeft geleid, Bucky weer tegen. Ze hebben de nodige gesprekken. Bucky is uiteindelijk ook ziek geworden, gehandicapt geraakt.
Voor Bucky de aanleiding om alles tot stilstand te brengen: hij geeft zichzelf van alles de schuld, zet zélf z’n verloofde aan de kant en duikt de rest van z’n leven weg in een verstopt leven.
De laatste tien pagina’s maakt Roth ruimte om alle keuzes, met alle implicaties en achtergronden moreel-ethisch verder te beschrijven in het gesprek dat de twee polio-slachtoffers hebben met elkaar, bijna 30 jaar na het horrorjaar. Hierin veel ruimte voor de echte Roth-beschouwingen over zin en onzin van het leven, de ‘functie’ van religie en humanisme, schuld, boete etc.
Een bijzonder verhaal, erg leerzaam en lezenswaardig. Niet hoogdravend, wel duidelijk en begrijpelijk, niettegenstaande de heftige gebeurtenissen en o zo voorstelbare twijfels en moeite bij hoe hiermee om te gaan. Bucky heeft zichzelf helaas een geweldig onnodige straf opgelegd, hypertragisch. Hoe deemoed en hoogmoed zelfs dicht bij elkaar kunnen komen.