Texel
09/03/2020 Plaats een reactie
Geplande bijeenkomst ging dit weekend niet door. Zullen we dan maar vragen of we alsnog in ’t boshuisje in Texel kunnen? We zouden daar twee weekends eerder naartoe, maar toen zat er zóveel regen aan te komen, dat we er maar vanaf zagen.
Jawel, het kón! Het huisje was nog vrij!
Zaterdagmorgen vroeg op pad, om 10 uur op de boot, om 11 uur zaten we in de zon achter het huisje.
Ietsje noordwestelijk van Den Burg zijn we in het bos, vlak achter de duinen. Een heel verstild plekje. Zeker nu. Het huisje staat in een rijtje van meer verstopte paradijsjes. Wat mensen hier niet doen om hun eigen paradijs te creëren! Op eentje na zijn ze dit weekend verder allemaal leeg. Het voorjaar staat voor de deur, maar het is nog niet tot de mensen doorgedrongen. Begrijpelijk trouwens… ook de navolgende dag, zondag, krijgt vooralsnog een vier van de weersvoorspellers. We hebben ’t erop gewaagd en voor vandaag is ’t top! De krant is al bijna uit als ’t om een uur of twee toch weer begint te betrekken..
Daarna zitten we op de fiets, eerst een eindje voorbij De Koog, even op ’t strand gekeken, daarna het eiland over, de wind nu nog aardig in de rug – we hebben net niet genoeg in de gaten, hoezeer-ie is gaan aantrekken. Wijdse verten, kleine witte boerderijtjes langs ver weg lopende dijkjes. Hier midden op het eiland toch niet écht een eilandgevoel, maar toch: ook hier is ’t fijn uitwaaien.
Dan in Oosterend, dat de oude straatjes naar het toerisme heeft gekeerd. Op veel huizen een plakkaatje met de tekst over de geschiedenis van bewoning, teruggaand tot enige eeuwen her. Mooie zadeldakhuisjes naast elkaar om de oude kerk.
Daar is een inloopschuur met “rommel” en kom ik zomaar “Plenty more” van Ottolengi tegen voor een eurootje. Niet verkeerd. “Ben jij ook een Groninger?”, vraagt het heertje van 81 jaar, dat dit boerderijtje beheert – hij had al kennisgemaakt met Fenny. ‘Nee, zeg ik, en een Groninger word je ook niet als je er niet geboren bent. Hij begrijpt het: precies zo is ’t ook met Texelaars. Import blijft import. Om de hoek wijst hij het veld in, naar de stolpboerderij, waar hij is geboren.
En dan is het even flink aanpoten: 6 kilometer pal tegenwind, windkracht 6, naar Den Burg!
Er staat wat tegenover. Bij Moerbeek in Den Burg vind ik de winterjas (in de uitverkoop), waar ik al een tijdje naar op zoek was. En daarna is het heerlijk borrelen en spareribs eten in ‘De 12 Balcken’, waar juist veel toeristen aan komen waaien – letterlijk – omdat het al gezellig is van de zamibo’ende lokale Den Burgers.
Den Burg is een apart dorpje. Enerzijds sfeervol en gezellig aangekleed voor het toerisme en voorzien van toch aardig wat authentieke bebouwing, maar pffff…. wat en rommeligheid er tussendoor, met huizen die totaal verwaarloosd zijn of al tijden afgebroken hadden moeten worden, alleen maar omdat ze de lelijkheid zelve zijn.
Een heerlijke avond met krant en boek in ons huisje, windverzadigd.
Zondag start de dag met de voorspelde regen. Maar voor ’s middags is er helemaal geen regen meer in ’t verschiet. We wandelen door het bos naar het strand. Bij Paal 15 koffie, daarna 2 kilometer lopen naar Paal 17.
Er zijn meer mensen in de strandtenten dan op het strand zelf. Nu windkracht 7. Het zand waait in zandwolkenbedden over het strand. De mensen lopen tegenwind zwaar voorover. En het is ook nog eens flink koud! Bij Paal 17 snert en een bokbier!
Thuisgekomen kunnen we alweer opruimen en opbreken. Potdorie, ’t is veel te snel gegaan!!